Gaggan Anand

Sommigen vinden hem geniaal. Anderen denken net het tegendeel. Je kan niet ontkennen dat Gaggan Anand al jaren voor deining zorgt in de culinaire wereld. In zijn restaurant in Bangkok serveert de charismatische chef uit India tijdens een diner meer dan 20 gerechten. Zelf vindt hij dat hoe die gerechten smaken, het minst interessantste aspect van het diner is. De show die hij opvoert en de boodschappen die hij met zijn gasten deelt, zijn voor hem het belangrijkst. Het leverde hem vorig jaar een 9de plaats op in de lijst van The World’s 50 Best Restaurants…

Als je bij Gaggan een traditioneel diner verwacht, ben je eraan voor de moeite. De 14 gasten die per service een plaatsje kunnen bemachtigen, moeten best wel met een open geest de ervaring aanvatten. Zo speelt muziek een belangrijke rol in de hele beleving waarbij, hoe verder het menu evolueert, de sfeer losser en losser wordt, tot er uiteindelijk gemotiveerd door de chef zelf uit volle borst wordt meegezongen. Maar nog unieker zijn de gerechten die hij zijn gasten voorschotelt en de verhalen die hij erbij vertelt. Zo serveert hij de hersenen van ratten die hij vlakbij het restaurant in het centrum van Bangkok vangt en distilleert hij niet veel later het bloed van diezelfde ratten voor de ogen van de verbijsterde gasten, om hen dan dat bloed ook puur te laten drinken. Of lijkt het alleen maar zo? En dat is nu net de essentie van een bezoek aan wat momenteel als het 9de beste restaurant van de wereld wordt beschouwd. Met alles wat hij de hele avond onafgebroken de gasten vertelt, deelt Gaggan op een uitgesproken, soms choquerende en vaak ironische manier zijn visie op wat de topgastronomie vandaag de dag geworden is. “Ik wil op een heel uitdrukkelijke manier kenbaar maken dat ik niet tevreden ben met hoe het er in de wereld van de fine dining tegenwoordig aan toe gaat. En dan heb ik het niet alleen over de restaurants en de chefs zelf, maar ook over de klanten die dat soort zaken bezoeken en hoe we er als maatschappij naar kijken. Ik heb het er moeilijk mee dat jonge chefs, die totaal geen ervaring hebben met koken maar die wel op een of andere manier aan veel geld geraken, heel snel een positie kunnen verwerven in de culinaire wereldtop. Ze verlaten de koksschool, openen een restaurant en krijgen meteen alle aandacht zonder dat ze eigenlijk iets kunnen. Dat is een grote schande voor chefs die 10 jaar of langer keihard hebben moeten werken om iets te bereiken. Onze generatie is vaak begonnen aan de afwas en heeft alles moeten doen om het te maken in het leven. Ik heb het daar moeilijk mee en daarom kaart ik dat aan. Veel van die chefs misbruiken trouwens eveneens belangrijke onderwerpen. Zo hebben ze allemaal de mond vol over duurzaamheid en de impact die restaurants hebben op de klimaatverandering. Als ze met gasten praten of ze worden geïnterviewd in de pers, krijg je een verhaal te horen over hoe belangrijk duurzaamheid voor hen is. Maar de volgende dag nodigen ze een chef uit in hun zaak om er samen mee te koken en dan drinken ze liters Champagne en wordt er met niks rekening gehouden. Ze trekken onderwerpen, die belangrijk zijn voor onze industrie, in het belachelijke en niemand durft dat in vraag te stellen. Ik wel!” De chef verwijst naar een restaurant dat bij hem in de buurt zit. Van elk gerecht dat ze serveren, vermelden ze welke ingrediënten ze gebruikt hebben en op welke afstand van het restaurant ze die ingrediënten hebben gevonden. Volgens Gaggan lieten ze zich hiervoor inspireren door Virgilio Martínez van het bekende restaurant Central in Peru, die zijn menu opbouwt op basis van de hoogte waar zijn producten vandaan komen. Maar dat een restaurant in het centrum van een betonnen stad als Bangkok dit doet, vindt Gaggan hallucinant. Daarom vertelt hij zijn gasten dat meerdere gerechten in het menu gemaakt zijn van ratten want als hij duurzaam te werk moet gaan is dat volgens hem het enige product dat hij de eerste 10 kilometer rond zijn restaurant vindt.

Bohemian Rhapsody

De chef geeft aan dat hij een rol wil spelen in het creëren van een verandering op dat vlak. Volgens hem begint het met het geven van sterke boodschappen. Hij beschouwt dat als een vorm van kunst. Kunst is volgens hem het overbrengen van je eigen pijn en geluk als iets wat toeschouwers misschien niet meteen zullen begrijpen maar waarvan ze wel onder de indruk zijn. En dat is precies wat hij wil doen in zijn restaurant. “Ik heb de gastronomische wereld en zijn gasten te hard zien veranderen na Covid. Influencers bezoeken restaurants en gebruiken dat om invloedrijke personen te worden. Ze formuleren een mening over de restaurants waar ze eten, maar ze weten niets van gastronomie. Ik ben er zeker van dat ze de meeste producten die ze proeven, niet eens kennen. Maar ze pakken wel uit op hun sociale media met de duurste tonijn, kaviaar en truffels. Ik weiger daaraan mee te werken. Wat we bij Gaggan doen is voor mij een zuivere kunstvorm. En daarbij wil ik geen Mona Lisa maken, maar een Banksy. Want mijn kunst is gratis en toch deel ik er een belangrijke boodschap mee over de gastronomische wereld. Wat we doen in het restaurant, kan misschien best vergeleken worden met het nummer Bohemian Rhapsody van Queen. Toen zij dat lied uitbrachten, was er geen enkele referentie. Niemand had ooit eerder zoiets gemaakt. Er werden verschillende muziekgenres in een lied verwerkt en daardoor was het een soort kunstwerk. Dat is exact wat wij ook doen. Er bestaat geen vergelijkbaar restaurant in de wereld. Wat we doen is uniek. Daardoor is Gaggan ook een vorm van kunst. Tijdens een diner in Gaggan gebeuren er heel wat zaken tegelijk. Het is een concert, het is opera, het is Broadway. Het is koken. Het is ook een chef ’s table. En het is lekker eten.” Opvallend is het feit dat de chef in die opsomming lekker eten pas als laatste vermeld. En hij doet dat heel bewust. Hij beschouwt het culinaire aspect in zijn restaurant als het minst belangrijke. Maar ook dat is een manier om zich af te zetten tegen wat gangbaar is in de top gastronomie. Om het te kaderen legt hij uit dat als je tegenwoordig gaat eten in een restaurant dat in de culinaire wereldtop zit, ze jou bij het binnenkomen eerst de ‘vijfendertig ingrediënten’ laten zien waarmee ze die avond gaan koken. Volgens Gaggan slaat dit nergens op. Hij is ervan overtuigd dat gasten hier helemaal niet in geïnteresseerd zijn. Volgens hem heeft de huidige generatie topchefs het charisma van een gastronomisch restaurant volledig weggenomen en het stoort hem dat ze er toch populair mee worden. Onder andere daartegen wil hij zich afzetten met Gaggan.

Stripteasebars

De chef profileert zich als een rebel. Hij heeft er zelfs een neonlicht van in het restaurant hangen. Hij heeft een uitgesproken mening over alles. Hij beaamt dat rebels zijn belangrijk voor hem is. Hij gaat in tegen alles wat als normaal wordt beschouwd en wil zich niet gedragen zoals van hem verwacht wordt. Dit is zijn filosofie. Trouwens niet alleen op professioneel vlak. Dit is de manier waarop hij in het leven staat. Hij aanvaardt het gewone niet. “Maar als rebelse chef is het goed om in Bangkok te wonen. Als sinds de jaren ’70 staat deze stad bekend voor gekte, waanzin, de katers die mensen hier hebben na een nacht stappen, de stripteasebars,… Dat is wat mensen verwachten als ze naar Bangkok komen. En in deze rebelse stad, waar restaurants alleen maar bezig zijn met het behalen van sterren of andere onderscheidingen, heb ik mijn eigen pad gekozen. Ik ben niet geworden wat anderen van me verwachtten. Geen tafellakens in mijn restaurant. Eten met de handen. Desserts in het begin van het menu. Het bord aflikken op het einde. Daardoor krijgt alles wat ik doe veel aandacht van de media en van foodies over de hele wereld. Het heeft me bekend gemaakt als chef. En toch had ik dit niet zo gepland. Ik denk dat dit het lot is. Je kiest hier niet voor maar dit overkomt je. Ondertussen maakt dit deel uit van mijn leven en ben ik het gewoon. Het is ook dubbel. Aan de ene kant geeft het me de kracht en een platform om sterke boodschappen te geven en om mijn mening te verkondigen. Maar tegelijkertijd beperkt het me ook. Er is geen vrijheid van meningsuiting meer. Als je iets zegt waar de mensen niet van houden, wordt je gecanceld. Dus vanuit dat perspectief is het een beperking.”

Een deftige gin tonic kunnen ze niet maken

Ook al is zijn kookstijl geëvolueerd, de chef gebruikt nog steeds heel wat technieken die doen terugdenken aan de avant-garde keuken die Ferran Adrià destijds gelanceerd heeft in zijn restaurant elBulli. Gaggan deed er ooit stage en is altijd erg geïnspireerd geweest door die kookstijl. Hij is ervan overtuigd dat er vandaag de dag nog steeds plaats is voor die technische manier van koken. “Disfrutar in Barcelona staat op dit moment op de eerste plaats in de lijst van The World’s 50 Best Restaurants. Dat bewijst dat onze manier van koken nog steeds een belangrijke plaats inneemt in de gastronomie. Mensen zeggen vaak dat de moleculaire keuken verdwenen is. En het klopt natuurlijk dat je het minder ziet dan vroeger. Maar ik ben ervan overtuigd dat er nog steeds een plaats is voor deze vorm van gastronomie, op voorwaarde dat je over de nodige kennis beschikt als chef en het correct uitvoert. En dat is vaak het probleem. Het doet me denken aan wat je tegenwoordig vaak ziet in cocktailbars. Ze zetten een cocktail voor jouw neus waar rook uitkomt en vertellen er 20 verhalen bij, maar een deftige gin tonic of Bloody Mary kunnen ze niet maken. Ik vind dat vreselijk. Maar een goed uitgevoerde, technische avant-garde keuken is fantastisch. Die kooktechnieken stellen me in staat om texturen te creëren. Het is de basis van mijn manier van koken. Als ik er mee zou stoppen, zou het een vlucht zijn van mijn verleden. Ik wil dat niet. Maar een combinatie van deze kookstijl met andere stijlen kan wel. In het menu dat we serveren in Gaggan, zijn de eerste gerechten heel avant-gardistisch. Maar in het 2de deel van het menu serveer ik vis met rijst en andere traditionele Indiase gerechten. In het begin van mijn carrière noemde ik mijn

kookstijl progressief Indiaans. Dat was vroeger. Wat we nu doen is opera. Broadway! Ik begon mijn keuken destijds progressief te noemen, en iedereen is dat begrip gaan overnemen. Op elke hoek van de straat vind je nu progressieve Thaise keuken, progressieve Chinese keuken of progressieve Maleisische keuken. Laten we eens zien wie nu mijn Broadway stijl gaat overnemen! Mijn keuken is blijven evolueren en naar een soort volwassenheid gegroeid. Innovatie is belangrijk. Ik zag onlangs een Instagram post van een influencer. Hij was in Dubai gaan eten en ze gaarden daar vis met zout dat warm wordt. Dat is een techniek die ik in 2017 al bij El Celler de Can Roca zag. Chefs kopiëren gewoon en dat is zo fout. Dit is letterlijk wat Ferran Adrià me in elBulli destijds zei: gebruik mijn ideeën, maar zet ze om in iets van jezelf. En dat is wat we doen. We blijven evolueren en blijven ernaar streven om dingen door te ontwikkelen”. De chef verwijst naar een van de gerechten waarmee hij destijds in zijn eerste restaurant bekend werd. Yoghurt Explosion was een interpretatie van het bekende olijfgerecht van Adrià waarbij via sferificatie een artificiële olijf wordt gemaakt die sterker naar olijf smaakt dan de olijf zelf. Gaggan gebruikte die techniek om een gerecht met yoghurt te maken. Zijn team is daarop blijven werken en vandaag de dag is dat een totaal verschillend gerecht geworden. Een andere klassieker waar hij graag naar verwijst is het gerecht dat gasten van het bord moeten aflikken. Vroeger bestond dat uit 3 kleuren. Nu is dat een complex kunstwerk geworden. De inspiratie voor dat gerecht kreeg de chef trouwens in zijn wagen. Op een dag reed hij na de service naar huis. Plots hoorde hij Kiss op de radio met hun hit Lick It Up. Hij belde zijn chef op en vertelde hem dat hij hier een gerecht wilde rond maken. Die chef was niet meteen even enthousiast maar Gaggan vond het een geweldig idee dat gasten in zijn restaurant een bord zouden moeten aflikken. Dat is volgens hem het verhaal van het leven. Het is een van de eerste dingen die je doet als mens nadat je geboren bent. Ze creëerden het gerecht en door de sociale media werd het bekend want iedereen die het at, zette een filmpje op Instagram.

Een vloek

Die bekendheid heeft ook een keerzijde. Toen ik Gaggan 5 jaar geleden interviewde kwam het onderwerp van The World’s 50 Best Restaurants ter sprake. De chef gaf toen aan dat het succes van zijn restaurant in die lijst hem heel beroemd had gemaakt in de culinaire wereld maar dat het ook een vloek was geweest. Hij wou op dat moment afstand nemen van The World’s 50 Best Restaurants. Tegenwoordig is hij weer aanwezig op de activiteiten die ze organiseren en staat zijn restaurant hoog genoteerd. “Ik ben er inderdaad een lange tijd weggebleven. Het had me bekend gemaakt, maar ik ondervond er veel nadelen door. Ik wou er niks meer mee te maken hebben. Maar op een bepaald moment ben ik gaan beseffen dat alles niet enkel rond mij draait. Toen mijn eerste restaurant sloot, stond mijn team op straat. De impact daarvan begon door te dringen. Je moet uiteindelijk realistisch zijn. Als je een restaurant als dat van mij opent en je krijgt geen awards, dan komen de gasten na een tijd niet meer. Als ik een curry restaurant open waar een gerecht 10 euro kost, is het niet nodig om de belangstelling op te zoeken. Als het super lekker is, zullen de mensen wel in de rij staan. Maar met een restaurant als Gaggan is dat anders. Dat soort awards laten me toe om mijn kunst op een duurzame manier in de wereld te zetten. Dat heb ik ondertussen wel begrepen.” De chef voerde ook een andere verandering door. Terwijl het vroeger mogelijk was om op de bovenverdieping van zijn restaurant de gerechten te proeven zonder er de hele show bij te nemen, is dat nu niet meer mogelijk. Na Covid nam Gaggan de beslissing dat de focus volledig naar de beleving en het showelement moest gaan. De gerechten zonder die omkadering hebben volgens hem geen zin. Daar is het idee uit ontstaan om op de bovenverdieping een nieuw restaurant te openen. In Ms. Maria & Mr. Singh eet je gerechten die Mexico en India samenbrengen. “Ook dat is iets speciaals geworden. De hele ervaring lijkt wel of The Beatles jammen met Ravi Shankar. Ik vind het boeiend om 2 verschillende genres samen te brengen. In onze huidige maatschappij gebeurt dat overal. Zo kan ik je bijvoorbeeld vertellen dat ik de beste kebab ooit in Berlijn heb gegeten en niet in Istanboel. Dat culturen zich mengen in de keuken is niet nieuw. Een Singaporese laksa, waarbij een curry eigenlijk een noedelgerecht werd, ontstond meer dan 150 jaar geleden. Ik zag een sterk verband tussen Mexico en India. De cultuur en de levendigheid zijn niet zo verschillend. En daarom besloot ik een chilipeper, een tortilla en een boon te nemen en er een nieuwe keuken mee te creëren.”

Louis Vuitton

Fusion tussen de Mexicaanse keuken en de Indiase, is heel bijzonder. Maar nog een heel stuk verrassender, is dat een rebelse chef als Gaggan ondertussen ook een restaurant heeft geopend samen met Louis Vuitton. Gaggan at Louis Vuitton is een luxueus restaurant, dat in een stijl die past bij het designer merk is uitgevoerd en waar gerechten van Gaggan worden geserveerd. “Het team van Louis Vuitton is naar me toegekomen met dit idee. Ik moet toegeven dat het meerdere maanden heeft geduurd voordat ik heb toegezegd. Maar ik dacht bij mezelf dat als mensen zoals Virgil Abloh en Pharrell Williams met hen kunnen samenwerken, dan moet dat voor mij misschien wel mogelijk zijn. Louis Vuitton past zich heel snel aan. Ze begrijpen kunst en de moderne tijd. Natuurlijk hebben ze wel bepaalde waarden en normen. En om die te begrijpen ben ik 2 keer naar Parijs geweest. Ik vond het belangrijk om het huis van binnenuit te leren kennen en het team erachter beter te leren kennen. Tijdens die reizen realiseerde ik me dat het mogelijk was om met hen samen te werken, op voorwaarde dat ze me de nodige vrijheid zouden geven. En natuurlijk vond ik het belangrijk dat ik de toelating kreeg om hun bekende monogram te gebruiken in een versie van mijn bekende Lick It Up gerecht. De ervaring in dat restaurant is totaal anders dan wat er bij Gaggan gebeurt. Gasten die niet van de beleving en de show bij Gaggan houden, vinden het daar heerlijk en omgekeerd. Er zijn twee 2 soorten gasten. Mensen die het concert willen zien en die dat fantastisch vinden, en gasten die wel van mijn eten houden maar niet van de show errond.” In tegenstelling tot Gaggan, is dit een normaal restaurant waar mensen gewoon rustig kunnen praten met elkaar tijdens het eten en foto’s kunnen maken van de gerechten. Dat kan niet in Gaggan. Wat de beleving betreft, zijn het dus 2 totaal verschillende zaken. Maar ook wat de gerechten betreft, zijn er niettegenstaande de gelijkenissen ook fundamentele verschillen. In Gaggan at Louis Vuitton gebruiken ze meer Franse kooktechnieken en de keuken is iets meer toegankelijk.

We verdienen geen geld

Op het moment van dit interview, was Gaggan net terug uit Japan. Op zijn Instagram zien we ook dat de chef vaak vertoeft in het land van de rijzende zon. Het is duidelijk dat hij zijn hart daar om een of andere reden verloren is. “Ik denk dat dit niet alleen voor mij van toepassing is. Iedereen lijkt wel gefascineerd door Japan. Dat land lijkt wel een andere planeet. Waar je ook gaat, je eet er nooit slecht. Zelfs als je een sandwich koopt in een 7-Eleven winkel is die buitengewoon smakelijk. Dat maakt het land aantrekkelijk voor chefs. Elke keer als ik er ga, probeer ik zoveel mogelijk nieuwe dingen te ontdekken. Een andere reden waarom ik er vaak kom, is omdat ik er een restaurant heb. Ik opende er GohGan, een zaak in samenwerking met chef Tsuyoshi Fukuyama van het sterrenrestaurant ‘La Maison de la Nature Go’. Ook dat project doe ik eigenlijk gewoon om een punt te maken. Ik wil laten zien dat een chef uit India perfect kan samenwerken met een chef uit Japan. Het gaat hier alleen maar over de boodschap. Dus dat project beschouw ik als kunst. We verdienen geen geld in dat restaurant. Mensen vinden het ook een raar concept. Maar als ze er gaan eten worden ze wel weggeblazen door hoe goed de gerechten zijn.” De chef woont in Thailand en komt vaak in Japan, maar zijn roots liggen natuurlijk in India. Hij houdt ook nog steeds enorm van de klassieke Indiase keuken. Er zijn volgens hem wel een paar restaurants in India die een moderne versie van de Indische keuken brengen, maar als hij ze bezoekt, is hij vaak ontgoocheld omdat ze allemaal ongeveer hetzelfde doen in zijn opinie. “Als ik een chef moet noemen waar ik wel heel sterk in geloof, dan is dat Hussain Shahzad van The Bombay Canteen. Ik hou van zijn restaurant omdat het voor iedereen toegankelijk is. Hij past bij India. Hij is heel erg getalenteerd en toch blijft hij bescheiden. Volgens mij vertegenwoordigt hij de toekomst van de Indiase chefs. We hebben voor de rest nog steeds geen enkel gastronomisch restaurant in India waar we echt trots op kunnen zijn. Maar je hebt wel heel veel simpele plaatsen waar je superlekker kan eten. En dat is ook goed. Ik ben daar blij om. De beste plekken om te eten in India zijn geen chique restaurants maar gewoon kleine stalletjes op straat. Daar komen mijn mooiste culinaire herinneringen vandaan. India is een land waar het grootste deel van de bevolking zich geen lekker eten kan veroorloven. Dat leidt niet meteen tot de ontwikkeling van topgastronomie.”

Arrogant

Gaggan heeft er ondertussen al een lange en succesvolle carrière opzitten, die nog helemaal niet voorbij is, maar toch vindt hij dat hij al een soort van culinaire nalatenschap heeft opgebouwd. Hij is ervan overtuigd dat hij heeft bijgedragen tot het feit dat er nu tal van Aziatische chefs zijn die op hoog niveau koken. Chefs dachten vroeger dat het niet mogelijk was om internationale erkenning te krijgen met een restaurant in Singapore of Hong Kong. Door het succes dat hij met Gaggan heeft behaald, zijn ze gaan inzien dat dit niet klopt en dat ze hun dromen kunnen realiseren. Daardoor zijn er in heel Azië schitterende restaurants opgestart. Dat beschouwt hij als zijn nalatenschap voor de culinaire wereld. Toch blijft hij nog steeds gedreven doorwerken. “Elke keer er 14 nieuwe gasten in mijn restaurant zitten, ben ik gemotiveerd. Daarvoor doe ik het. Ik geniet ervan hen te entertainen. Als ik er niet meer zou van genieten, stop ik er meteen mee. Dat heb ik in het verleden gedaan en dat is belangrijk. Ik werd een slecht mens. Ik werd arrogant en genoot niet meer van het leven. Maar dat ligt nu achter me. Ik zie de toekomst positief in. Waar ik ook zal zijn, ik zal gelukkig zijn. En ik zorg ervoor dat de mensen om me heen ook gelukkig zijn.” En dat waren wij eigenlijk ook wel toen we op het einde van de avond het restaurant verlieten en ons afvroegen of we nu echt wel de hersenen van een Thaise rat hadden gegeten…