Yvo Berendsen
Ton de Zeeuw
5 tips voor het inrichten
van een horecakeuken
1. Investeer in écht goede horeca apparatuur
Voordat je begint met het inrichten van de ruimte is het goed
om te weten dat het een must is om over professionele keukenapparatuur te beschikken. Dergelijke horeca apparatuur is te koop
bij groot keukenleveranciers en is dé basis van jouw restaurant of
lunchroom. Zonder kwalitatieve apparaten is het immers onmogelijk om een lekkere maaltijd of een smakelijke lunch klaar te maken.
Hoge kwaliteit keukenapparatuur betekent: lagere exploitatiekosten, lagere energiekosten, minder storingen en een langere
levensduur. Investeer in hybride elektrische kookapparatuur
waardoor de bereidingswijze en gebruikers flexibel blijven.
2. Zorg voor voldoende loopruimte in de keuken
Wanneer je professionele keukentoestellen aanschaft, is het aan te
raden om een plattegrond te maken. Op die plattegrond teken je
precies uit wat waar moet komen en hoeveel ruimte ieder toestel
inneemt. Dit doe je zodat je vooraf weet of alles gaat passen. Daarbij
kun je direct kijken of er nog ruimte is voor extra handige apparaten
of handige snufjes.
3. Ga altijd voor een goede afzuiginstallatie
Om de veiligheid van je medewerkers te bewaken, is er nog iets
waar je in moet investeren: een goede afzuigkap met bijbehorende
installatie. Het is hartstikke fijn wanneer je over (chef)koks beschikt
die hun kookkunsten in de (open) keuken kunnen laten zien.
Je gasten moeten
altijd veilig kunnen
eten en drinken
4. Voldoende (koel) opslagruimte in de keuken
is een must
Als er iets is waar je ook zeker aan moet denken dan is het wel
opslagruimte. Het is afhankelijk van hoe groot je restaurant of
lunchroom is hoeveel opbergruimte je nodig hebt. Maar: je moet
weten dat je met meerdere soorten opberging te maken krijgt in de
keuken. Zo hebben alle pannen, snijplanken, messen en kleinere
keukenapparatuur een handige opbergplek nodig.Kies voldoende
koelmogelijkheden voor de producten die in de koeling moeten.
5. Let altijd op hygiëne in je horecakeuken
Tot slot nog een belangrijk onderdeel waar je te allen tijde op moet
letten in een horecakeuken: hygiëne. Hygiëne moet op verschillende
vlakken worden nagestreefd om er zo voor te zorgen dat je gasten
altijd veilig kunnen eten en drinken. Denk bijvoorbeeld aan de
keuken en de toestellen die er staan; pak je keuken nooit te vol, zodat
het geheel op een efficiënte manier kan worden schoongemaakt.
Boterleugens
Blue Band mag zijn plantaardige smeersel geen Roombeter meer
noemen. De rechter was onverbiddelijk: ‘Het woord room is alleen
toegestaan voor zuivelproducten,’ oordeelde hij. Al eerder was bij
een andere margarine, genaamd Droomboter, om dezelfde reden
ingegrepen. Wat is dat toch met de vetindustrie in dit land om al
jaren te proberen met margarines mee te liften op het succes van
roomboter? Op allerlei manieren wordt geprobeerd een botersurrogaat onder valse voorwendselen (misleidende reclame) de
positie van het origineel te verschaffen. Al een eeuw geleden (!)
moest producent Unilever zijn advertentieslogan ‘Vers gekarnd’
voor Blue Bandmargarine intrekken. De rechter oordeelde toen
dat de suggestie van karnen, het proces immers dat leidt tot echte
boter, hier niet op zijn plaats was. Met Roombeter waren de
producent trouwens heel ver gegaan Niet alleen was de naam al
Moeten wij ons zorgen
maken om surrogaten?
zeer misleidend, maar die ene van de tekst afwijkende letter ‘e’ van
‘beter’ had een opmaak meegekregen waardoor ’ie precies op een ‘o’
leek. Het reclamebureau dat dit flikte, gaat hier dus ook niet vrijuit.
Misleiding met voorbedachten rade, en daarom had voedselwaakhond Foodwatch dit Roombeter ook al tot ‘meest misleidende
product van het jaar’ uitgeroepen. Moeten wij ons zorgen maken om
surrogaten? Ik zie hoe foodcritici in een kramp schieten als ze in een
gerecht truffel proeven die nep is. En zelf erger ik me aan restauranthouders die bij het aperitiefbrood smeersels presenteren die van van
alles gemaakt zijn behalve van roomboter. En die, want daar gaat het
om, toch ‘boter’ worden genoemd. Hoewel ik moet bekennen dat ik
surimi – imitatiekrab – helemaal niet vies vind, en het binnenste
van een gevulde koek (namaakamandelspijs) zelfs heerlijk. En wat te
denken van de ‘pata negra’ die tegenwoordig in honderden restaurants onder die naam wordt geserveerd, maar in werkelijkheid
gewone serrano is. Daar zeuren we niet over omdat die ham
verdomde lekker is. Nee, wij voelen ons pas echt in de kuif gepikt
als we een andere confrontatie met de Nederlandse horeca ondergaan: de prijskwaliteitverhouding. Op vakantie betaalden mijn
vrouw en ik voor een lunch (voor, hoofd, wijn, water, toetje) op een
A-locatie aan het Spaanse strand € 24,50! En de fles Jose Pariente
verdejo in een toprestaurant met linnengedekte tafels en duur
glas- en vaatwerk vergde… 20 euro. In ons land betaal je daar al gauw
zes tientjes voor. Dat is héél andere koek dan een boterleugen.